De burger blijft met de troep zitten

6-8-2005

AMSTERDAM - Omwonenden van de vroegere vuilnisbelt in de Volgermeerpolder willen dat er nu eindelijk met de sanering wordt begonnen. Een concurrentiestrijd tussen twee bedrijven gooit roet in het eten. Is de Nederlandse KIWA-richtlijn `Folies en Kleimatten' vergelijkbaar met de Belgische OVAM-richtlijn `Verwerken van kunststof folie'? En is het bedrijf dat de gemeente Amsterdam op het oog heeft als bodemsaneerder voldoende competent voor het aanbrengen van stortgasdrainage? Het zal de omwonenden van de Volgermeerpolder, net buiten Amsterdam, een zorg zijn. Maar zolang de rechter geen antwoord heeft op deze vragen, wordt er niet begonnen met de bodemsanering van het grootste stuk vervuilde grond in Nederland. En dat vinden de omwonenden een ramp. Gekleed in beschermende kleding lieten de bewoners gisteren daarom zelf een vrachtwagen met schoon zand aanvoeren. Ze dekten de gifvaten af en maakten zo een begin met de sanering van de Volgermeerpolder. Symbolisch, dat wel. Want de echte sanering van 'het grootste en meest vervuilde gebied van Nederland', zoals de gemeente Amsterdam het gebied bestempelt, zal ongeveer vijf jaar duren. Als er eindelijk eens mee begonnen wordt, zegt Goof Buijs, lid van het Burgerkomitee Vuilstortplaats Volgermeerpolder. Het komitee bestaat sinds gisteren 25 jaar en wacht al even lang erop dat ,,de belt ingepakt wordt'', zegt Buijs. Nu zijn ze het zat. Er ligt een plan, er is een akkoord en er is geld. De gemeente heeft de sanering Europees aanbesteed en volgens de regels een bedrijf aangewezen aan wie ze van plan is de opdracht te gunnen. De Volgermeerpolder, iets ten zuiden van het dorp Broek in Waterland, werd van 1927 tot 1981 gebruikt als vuilstort van Amsterdam. In 1980 bleek dat het gebied in de jaren zestig tevens als illegale dumpplaats van chemisch bedrijfsafval was gebruikt. Duizenden vaten met afval liggen er. Sommige roesten en lekken gif. Een jaar na de gifvondst werd de vuilstort gesloten. Pas in januari 2003 begonnen de voorbereidingswerkzaamheden voor de sanering. Totale kosten schommelen rond de 100 miljoen euro. De vaten gaan niet de grond uit, het vervuilde zand zal niet verdwijnen, nee, het geheel wordt afgedekt met folie waar dan een isolerende laag van zand en klei bovenop komt. Dat werk moet nog beginnen. Uiteindelijk moet er een soort natuurgebied verrijzen. Tot zover de theorie. De praktijk blijkt weerbarstig. Nadat het ene bedrijf De Vries en Van de Wiel uit België dit jaar werd aangewezen als waarschijnlijke winnaar, stapte het andere bedrijf Boskalis naar de rechter. De Vries en Van de Wiel is goedkoper, maar volgens Boskalis is zij technisch beter uitgerust om de Volgermeerpolder aan te pakken. Het bedrijf vroeg de rechter Amsterdam te bevelen de opdracht alsnog aan hem te gunnen. De rechter is nu verantwoordelijk dat het saneringsproject stil ligt. Want, zo besloot de rechter op 28 juli, deskundigen moeten maar aangeven of het Belgische bedrijf competent is en of de Belgische en Nederlandse richtlijnen te vergelijken zijn. Tot die tijd mag de gemeente Amsterdam de opdracht aan niemand gunnen. De gemeentelijke projectleider voor de Volgermeerpolder Hans van Pal begrijpt best dat de bedrijven zich niet zomaar bij een aanbesteding neerleggen. Het gaat tenslotte om een miljoenenopdracht. En de regels zijn dat een bedrijf in beroep kan gaan tegen de keuze van de gemeente. Voorheen gebeurde dat bij een raad van arbitrage, zegt Van der Pal. Maar sinds de bouwfraude legt de gemeente geschillen liever voor aan de rechter. Misschien toch iets objectiever, zegt hij. Al is er dan wel een probleem. Rechters zijn iets minder specialistisch. Dat is volgens hem hier ook het geval. ,,Uit dat vonnis blijkt dat de rechter er weinig van begrepen heeft.'' Specialisten mogen het nu gaan uitleggen. En dat duurt lang, zegt de projectleider. Met één verliezer. ,,De burger, maar dat is meestal zo.''

Bron: Volkskrant
Auteur: Tom Kreling